De meeste toeristen gaan naar Tallinn, maar de natuur in Estland is minstens net zo bijzonder.
Estland is een van de groenste landen ter wereld: zo’n 50% van het land bestaat uit bos. Daarnaast heeft Estland een Baltische kust van ruim 3.700 kilometer, een aantal kristalheldere meren en meer dan 2000 eilanden. Genoeg stranden en plekken om te zwemmen dus. In de vijf nationale parken van Estland kom je totaal verschillende soorten landschappen tegen, waaronder uitgestrekte moerassen. Je hebt er alle ruimte om te wandelen, fietsen, kanovaren en kamperen. En je loopt er kans om wilde dieren te spotten, zoals beren, wolven, zeehonden en heel veel vogelsoorten.
Mooie plekken om te wandelen zijn bijvoorbeeld:
- De moerassen in Estland, waar plankenpaden zijn aangelegd. In de winter kun je er wandelen met sneeuwschoenen. Viru is erg bekend, maar ook je kunt ook naar het nabijgelegen Kõnnu Suursoo, het Muraka-moeras, Laeva of Meenikunno.
- Het afgelegen eiland Vilsandi, 2 kilometer van Saaremaa in West-Estland. Je loopt hier langs het water, maar ook langs jeneverbesstruiken en een vuurtoren. Het water tussen Saaremaa en Vilsandi is ondiep en sommigen lopen door het water naar het eiland. Maar je kunt ook een kajak nemen.
- Schiereiland Harilaid, waar aan de westkant van het uiteinde een vuurtoren in zee staat. Je kunt hier ook zeehonden spotten.
Deze blogpost kan affiliatelinks bevatten. Als jij via zo’n link iets koopt of boekt, krijg ik een kleine vergoeding. Dit gebeurt anoniem en kost jou niets extra’s. Samenwerkingen en affiliatelinks stellen mij in staat om deze website te onderhouden en jou van informatie te blijven voorzien. Meer hierover lees je in mijn disclaimer/privacyverklaring.